Plan: | Inpassingsplan Wegomlegging N355 (Noordhorn - Zuidhorn) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9920.IP0056WEGOMLEGN355-VA02 |
3. 1.
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf - Gronddepot’ aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a. berging en depot van grond;
b. werkterreinen ten behoeve van de berging van grond, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - werkterrein’;
c. groenvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
d. landschappelijke en/of ecologische voorzieningen;
e. geluid- en/of lichtwerende voorzieningen;
f. kades en taluds;
g. verhardingen;
h. watergangen;
i. wegen en paden;
met de daarbijbehorende:
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3. 2.
Bouwregels
3. 2. 1. Op of in deze gronden mogen
geen gebouwen worden gebouwd.
3. 2. 2. Voor het bouwen van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de
bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste
3. 3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a.
het gebruik van de gronden op een wijze waardoor
de hoogte van een gronddepot meer zal bedragen dan
b. het gebruik van de gronden ten behoeve van berging en depot van grond en baggerspecie anders dan berging en depot van grond en baggerspecie als bedoeld in voorschrift 1.1 (voorschriften 1.1.1 tot en met 1.1.10) behorende bij de op 7 april 2009 verleende vergunning in het kader van de Wet milieubeheer, zoals opgenomen in bijlage 3.
3. 4. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- de bestemming ‘Bedrijf - Gronddepot’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Agrarisch’, mits:
1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast indien de functie van gronddepot ter plaatse is beëindigd;
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van het in bijlage 1 opgenomen artikel van overeenkomstige toepassing zijn.